Ik zie mezelf nog staan, tussen een nieuwe groep mensen met wie ik de komende maanden een heel intensief traject inga om de opleiding tot coach te voltooien. Aan de hand van een tekening over onze jeugd delen we met elkaar onze herinneringen die ons gevormd hebben.
Marscha* begint met haar verhaal en ik voel hoe zwaar het voor haar is. Hier ligt zo’n druk op, ze heeft steun nodig. Ze heeft zichtbaar moeite om haar verhaal te delen, maar zet zich daar dapper overheen en maakt ons een beetje deelgenoot van haar jeugd. Ze heeft veel moeten zorgen, zich vaak eenzaam gevoeld en weinig kunnen genieten van het kind zijn.
Dit artikel gaat niet over haar, maar over mij. Ik heb zo vaak op haar plek gestaan. Mijn verhaal gedeeld, omdat dat nou eenmaal mijn verhaal is, en mijn tranen laten zien. Soms overmand door verdriet door mijn tranen heen gesproken. En als ik dat deed, voelde ik me niet altijd beter. Ik voelde me vaak eenzamer in mijn verdriet. Eenzaam, omdat ik op dat moment vaak tastbare troost nodig had. En niet een lief woordje, maar een arm om me heen. En ook al is iedereen om mij heen even lief, Het lijkt soms alsof we niet meer weten hoe we echte troost kunnen bieden en wat gepast is in welk moment.
En ook al kan jij misschien bij het lezen hiervan niet voorstellen dat dat niet gebeurt, ik heb vaker niet dan wel meegemaakt dat ik die arm om me heen krijg. Wat doe jij als je in een groepje iemands verhaal vol verdriet hoort? Of misschien herken je juist dat dit gebeurt en vind je het moeilijk om aan te geven wat je nodig hebt.
Het moeilijk vinden van troost bieden gebeurt vooral als ik aan meerdere mensen tegelijk iets vertel. Waarom voelen we onszelf dan niet altijd in staat of geroepen om troost te bieden als het zo duidelijk is dat iemand het nodig is?
Ook ik stond daar tussen de anderen naar Marscha te kijken en voelde de drang maar deed het niet. Wat gebeurt daar dan? Of eigenlijk wat gebeurt daar dan niet?
Als ik erover nadenk zie ik veel gelijkenissen met het omstanderseffect. Dat is uitblijven van hulp door omstanders in een noodsituatie. Daar is al veel onderzoek naar gedaan en een eenduidige conclusie is er zeker niet. Maar er zijn meerdere situaties bekend en onderzocht waarin omstanders niet ingrijpen. De aanname is dat de mensen die toekijken bang zijn om fouten te maken, iets niet goed te doen of verwachten dat de ander het wel doet. Die sociale invloed die we op elkaar hebben is zo groot dat hulp dus uitblijft. En hoe langer je besluit om niets te doen, hoe moeilijker het is om het dan wel te doen.
Ook ik voelde de aanwezigheid van de anderen om me heen die ook bij Marscha waren. Zij maken geen aanstalten. Is het dan raar om dat te doen? Zou zij het vreemd vinden als ik haar nu troost biedt? Is dat wel gepast? Ik twijfelde, en ik deed niks. Het was blijkbaar voor mij een enorme drempel om me van die kant te laten zien in een groep mensen die ik niet ken. Ik heb er nog vaak aan teruggedacht.
Als ik in de situatie zit dat ik die knuffel nodig heb, voel ik hoe vreemd het is dat ik die niet krijg, hoe alleen dat voelt. Een hand op mn schouder is al genoeg. Maar ook op dat moment voel ik soms een drempel om te benoemen wat ik nodig heb.
Ik heb me voorgenomen om te vragen om die knuffel in zo’n situatie. “Ja lieverds dit is het moment dat iemand me even een knuffel moet geven hoor”. Zo doorbreek ik de spanning voor iedereen, want niemand blijft intern onaangeroerd als iemand anders zo’n verdriet heeft.
En I feel you, we hebben als mensen die ons moeten aanpassen aan de omstandigheden al heel veel te doen. Moeten we hier dan ook die stap nemen? Ja.. dat moeten we.. Onder woorden brengen wat we nodig hebben en dat durven uitspreken is er 1 van. En een hele belangrijke, want als het je lukt om dat te doen houd je de verbinding met jezelf en daardoor met de ander. Vanuit die verbinding kan je een tevreden gevoel overhouden aan een gesprek waarin je je kwetsbaar hebt opgesteld. En daar gaat het om, dat jij je oke voelt bij wat je doet. Dat kan je gelukkig leren.
Andersom neem ik me voor om in een situatie waarin ik die knuffel kan uitdelen, het gewoon te vragen: “Wat een verhaal vertel je hier, ik zie wat het met je doet. Mag ik een arm om je heen slaan?”
Want knuffelen kunnen we nooit genoeg!
Verlang jij ook naar lekker in je lijf en vrij in je mind?
Plan dan eens een kennismakingsgesprek.